Biografie
1957: mijn geboortejaar in Engeland waarvan 1 jaar daar en alle andere jaren in Tilburg en opgegroeid in een kunstenaarsgezin waarbij vorm, kleur en esthetiek met de paplepel werden binnengegoten. Een enerverend leven waarin het leven bizar was waarin de nodige levenservaringen opgedaan zijn om te kunnen groeien. Een leven van droefheid en humor. Ik heb daaruit thema’s ontleend die in mijn werk terug te zien zijn. Een levenszoektocht waarom ik hier ben en waartoe ik datgene meemaak wat ik tegenkom. Een groei van verwarring naar eenvoud waarin ik tegenpolen tegenkom en hoop de juiste er uit te filteren. Ik houd van mensen en verblijf graag onder hen.
Ik heb de docentenopleiding Te HaTex gevolgd en daarna de laatste 2 jaar op de kunstacademie in Tilburg. Eerst heel bewust de textielkant gekozen omdat ik mijn vaders weg niet op wilde maar uiteindelijk toch de weg van tekenen en schilderen gegaan, “ het bloed kruipt waar het niet gaan kan”.
Ik ben mijn eigen weg gegaan in het scheppen van beeld en symboliek. Ik combineer figuratief met abstractie, tekenen, schilderen met collagetechnieken waarbij in mijn werk een huid ontstaat van transparantie, laagjes die over elkaar en door elkaar heen schijnen. Voor mij staat de mensfiguur centraal. De subtiele gelaagdheid die ik laat ontstaan, staat symbool voor de gelaagdheid in een mensenleven. Vreugde en verdriet, zekerheid en twijfel, leven en dood zijn uit mijn werk af te lezen.
Ik ben een echte “behangkijker”. Ik zie overal mensvormen, portretten in. Ik zoek ze, ontdek ze en gebruik deze vormen in een thema waarmee ik op dat moment in mijn leven bezig ben.
Ik vind het heerlijk om met allerlei materialen te werken, te combineren en te experimenteren om te zien wat materiaal met elkaar doet. Ik pruts en werk er net zo lang aan totdat ik mijn bezieling erin heb gelegd. Een vorm van alchemie op papier.
Ik werk al jaren in de zorg als activiteitenbegeleidster en heb daar voor enkele jaren een schilderproject opgezet met mensen met dementie en somatische problematieken.
Ik werd geconfronteerd met de begrenzing aan mogelijkheden in een zorgcentrum. Ik liep tegen het feit aan dat er weinig oog was voor de verscheidenheid aan mensen en hun wensen en leefstijlen. Zo zag ik de eenzaamheid en de machteloosheid van deze mensen in een zorgcentrum waar men met de ziel onder de arm liep. Ik voelde een ontoereikendheid waarin ik mij ongelukkig voelde. Voor mij moest dit toch anders kunnen. Daarnaast werd ik 5 jaar geleden geconfronteerd met mijn vaders gezondheid en zijn ouder worden waarbij Alzheimer geconstateerd werd. Een man die nergens terecht kon waarin hij zijn plek van veiligheid en eigenheid kon vinden. Waar is die plek waar je gelijkgestemde mensen ontmoet die dezelfde interesses hebben. Waarin je samen, voor elkaar en met elkaar nog kunt werken als kunstenaar “tot de dood ons scheidt”.
Met de juiste mensen hebben we de weg vrij gemaakt en zijn we, samen met de kunstenaars, een huis voor de ouderwordende kunstenaar aan het opbouwen: Het Ru van Rossem Huis.
In de verwachting dat ik daar ook schildercursussen kan gaan geven, naast velen met mij.